Didactisch handelen
De docent toont aan dat bij het ontwerpen van leerpraktijken met inzet van ICT leerdoelen, leerproces en toetsing op elkaar zijn afgestemd.
Bij het onderdeel Attitude is besproken welke applets er zijn voor natuurkunde. Om dit in de praktijk in te zetten heb ik een lesvoorbereidingsformulier gemaakt waarin ICT wordt toegepast in een natuurkundeles over evenwicht. De toetsing vind plaats door de opgedane kennis in de praktijk toe te passen na het doorlopen van de applet. De toetsing is formatief. Het leerproces dat hierbij wordt doorlopen is dat de leerling eerst zelf ontdekt van welke voorwaarden evenwicht afhankelijk is en deze kennis daarna verifieert met medeleerlingen. Zijn opgedane inzicht wordt dus getoetst en indien nodig bijgesteld.
De docent toont aan een relevante, rijke en effectieve leeromgeving te kunnen inrichten met ICT.
Om leerlingen overzichtelijk te informeren is de inzet van een ELO gewenst. Handig is om de ELO af te stemmen op het digitale cijferregistratiesysteem van de leerling. Bijvoorbeeld de ingebouwde ELO van Magister. Hierin kan de docent mappen en bestanden toevoegen. Belangrijk hierbij is dat er een overzichtelijke mappenstructuur is en bestanden een duidelijke naam hebben. Een ELO zou ik inrichten zoals is afgebeeld. Hierbij wordt de theorie overzichtelijk per paragraaf aangeboden. De practica heeft een eigen map om overzicht te behouden. In de extra map kunnen overige materialen worden toegevoegd. Dit dient als verzamel/rommel mapje voor onderwerp gerelateerde materialen zoals artikelen, applets enz.
De docent toont aan individuele leerprocessen en samenwerkend leren te kunnen aansturen en begeleiden met een effectieve inzet van ICT.
Om leerlingen samen te laten werken vind ik Google Drive of Onedrive erg geschikt. Hierin kan tegelijkertijd door leerlingen samen worden gewerkt in een bestand. Wijzigingen door de ander worden gemarkeerd. Bij het onderdeel Media en informatiegeletterdheid is besproken hoe ik met een medestudent deze methode toepas.
Het individueel ondersteunen van leerlingen via digitale tools doe ik door de voortgang bij te houden. Meestal maak ik bij een project een excel bestand aan en vul ik per leerling in hoever hij/zij gevorderd is. In mijn LiO stage zal ik te maken krijgen met leerlingvolgsystemen.
De docent toont aan dat hij de benodigde faciliteiten, hard- en software kan organiseren.
Eerder besproken bij basisvaardigheden over aansluitvaardigheden.
In mijn stages heb ik ervaren dat het belangrijk is tijdig een computerlokaal aan te vragen en de software van te voren te testen om problemen te voorkomen.
De docent toont aan dat hij de schoolregels ten aanzien van ICT toepast en in staat is deze te vertalen binnen zijn onderwijscontext.
Bij de schoolcomputers staan op het inlogscherm vaak de regels die gelden voor het gebruik van de computers. Aan deze regels houd ik mij. Wel houdt dit in dat vaak geen software geïnstalleerd mag worden van de systeembeheerders om malware te voorkomen. Daarom heb ik vaak mijn eigen laptop mee om op het digibord programmas te laten zien zoals Algadoo. een programma om mechanica te simuleren. Wanneer ik op een school werk zal ik hier met de systeembeheerder een geschiktere oplossing voor moeten zoeken om veilig software met studenten te kunnen gebruiken.
Op mijn laatste stage in het MBO waren de meningen over telefoongebruik verdeeld. Sommige docenten wouden de telefoon absoluut niet zien en anderen lieten de keus aan de student. Iedere docent mocht hier zijn eigen keus in maken. Mijn visie hierop is dat in het MBO onderwijs professionalisering erg belangrijk is. Op stage wordt een telefoon niet toegestaan en moet er gewerkt worden. Om wat te bereiken zal een toegedane houding moeten worden aangenomen. Op basis van deze twee aspecten heb ik gekozen de studenten zelf te laten kiezen wat zij het belangrijkste vinden. Wel heb ik studenten die veel de telefoon gebruikten aangesproken op wat zij willen bereiken en hoe zij denken daar te komen door niet op te letten. Dit deed ik altijd op een coachende manier om de student te motiveren. Ik ben van mening dat een student die echt een beroep wil gaan uitoefenen de telefoon wel wegdoet wanneer het belangrijk is. In het voortgezet onderwijs is het profesionaliseringsaspect niet aanwezig en wil ik de telefoon niet zien. Een telefoon in het basisonderwijs is naar mijn mening totaal overbodig.
Algadoo
De docent toont aan dat hij ICT betekenisvol en efficiënt kan inzetten rekening houdend met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen.
Hierboven is een lesvoorbereidingsformulier gegeven voor een ICT les waarbij een applet wordt gebruikt. Door meerdere applets te combineren kan differentatie worden bereikt en kunnen leerlingen in hun eigen tempo applets afwerken. Belangrijk is het om rekening te houden met de efficientie. Toen ik de lessen Arduino gaf liep ik er vaak tegenaan dat ik handen te kort kwam. Een foutje in de code terugvinden neemt veel tijd hierdoor kunnen weinig studenten tegelijkertijd worden ondersteund. Applets zijn veel makkelijker werkend te krijgen en kunnen veel zelfstandiger worden uitgevoerd. Ik zal dus bij de differentiatie doormiddel van ICT altijd kiezen voor een zo makkelijk mogelijk middel dat alle leerlingen zelf kunnen uitvoeren. Daardoor blijft er tijd over om zwakke leerlingen te begeleiden.
De docent toont aan dat hij gebruik maakt van diverse vindplaatsen van digitaal leermateriaal en in staat is daaruit ander leermateriaal te arrangeren.
Om aan te tonen dat ik een arrangement kan maken heb ik een klein arrangement opgesteld over een project milieu. Link. Dit is een zeer geschikte manier om ICT-differentiatie te bevorderen. Leerlingen kunnen zelf een opdracht starten en hiermee bezig gaan. Hoe zelfstandiger de docent de handleiding opstelt hoe meer profijt hij hier van heeft. De leerling weet goed wat van hem verwacht wordt en kan aan de slag. Ook is er de mogelijkheid filmpjes toe te voegen waardoor veel informatie kan worden bijgevoegd.
De docent toont aan dat hij digitaal leermateriaal kan aanpassen aan de kenmerken van de lerenden, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen in niveau, interesse, tempo en wijze van leren.
Hierboven is besproken hoe met een applet gedifferentieerd kan worden. Door verschillende applets en andere materialen aan te bieden bij een onderwerp kan de leerling zijn eigen wijze kiezen. Door dit in een arrangement te zetten kunnen leerlingen dit zelfstandig en op hun eigen tempo. Een voorbeeld hiervan zou zijn de leerling te laten kiezen tussen een applet of een practicum via een arrangement.
De docent toont aan dat hij in staat is om digitaal leermateriaal aan te passen rekening houdend met beeldschermdidactiek.
Beeldschermdidactiek vind ik een erg belangrijk aspect van presenteren. Zoals te zien is bij de bestanden die de office vaardigheden bewijzen gebruik ik veel plaatjes en een overzichtelijke layout. Ik vermijd lichte kleuren zoals geel,lichtgroen,lichtblauw lichtgrijs enzovoorts. Dit omdat die op de beamer meestal slecht zichtbaar zijn. Ook gebruik ik grote plaatjes. Om iets duidelijk te maken gebruik ik vaak een icoon. Dit zijn simpele afbeeldingen die de lading vaak goed dekken. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om auto's vul ik op google afbeeldingen in "car icon" door icon toe te voegen komen er mooie resultaten voor in een presentatie. Ook de term cartoon levert vaak geschikte plaatjes op.
Size matters en dat geld zeker voor presentaties. Hoe groter het plaatje hoe beter. En als laatste vind ik dat lange lappen tekst uit de boze zijn. Zij zorgen voor een passief publiek dat de dia gaat lezen inplaats van naar de presentator gaat luisteren. Alleen steekwoorden zet ik in de presentatie wanneer zij nodig zijn.
De docent toont aan dat hij gebruik maakt van ICT in zijn instructie en daarbij diverse hard- en software kan inzetten.
Voor de instructie van grotere opdrachten gebruik ik vaak een PowerPoint. Dit geeft overzichtelijk weer wat er op de planning staat en wat van leerlingen wordt verwacht. Hiernaast is een afbeelding weergegeven over hoe een project is ingedeeld. Leerlingen hebben zo overzicht terwijl de docent met hen de onderdelen doorloopt.
De docent toont aan dat hij ICT inzet om gestructureerd oefenen vorm te geven.
Eerder besproken door een hoofdstuk te herhalen met Kahoot!
De docent toont aan dat hij de actieve kennisconstructie van zijn leerlingen bevordert met behulp van ICT.
In het gegeven project milieu in WPL-3 heb ik leerlingen PowerPoint/Word vaardigheden en het maken van een mindmap geleerd. Hiernaast is het overzicht weergegeven van het project. Tijdens het geven van de Word vaardigheden heb ik de studenten laten zien hoe je een automatische opgave invoegt en hoe je paginanummers,voorbladen enz. toevoegt. Bij de PowerPoint vaardigheden heb ik de formats van thepopp.com gedemonstreerd.
De docent toont aan dat hij het leren leren van zijn leerlingen ondersteunt en bevordert met behulp van ICT.
Eerder aangetoond, Kahoot o.a.
De docent toont aan dat hij de synchrone- en asynchrone samenwerking en communicatie tussen leerlingen en docent op een gepaste manier faciliteert door gebruik te maken van ICT.
Zoals eerder aangetoond laat ik leerlingen samenwerken via OneDrive. Het geven van feedback doe ik door opmerkingen toe te voegen in Word of PowerPoint documenten.
Communicatie met studenten verloopt via de mail en berichten op de ELO.
De docent toont aan dat hij het leerproces van leerlingen zichtbaar kan maken en kan volgen door middel van diverse vormen van digitale toetsing en evaluatie.
Door Socrative toetsen af te nemen kunnen veel resultaten worden verzameld over studenten. Al deze resultaten kunnen worden geanalyseerd waardoor een verwachting van het toetsresultaat kan worden gemaakt. Mocht die verwachting slecht zijn dan kan extra ondersteuning worden aangeboden. Deze methode vereist het tijdig inzetten van formatieve Kahoot! of Socrative toetsen.
De docent toont aan dat hij een digitale toets kan maken die transparant is op validiteit en betrouwbaarheid.
Bij het maken van een toets komen veel factoren in beeld wanneer het gaat om validiteit en betrouwbaarheid. Voordat ik een Kahoot! of digitale toets maak stel ik deze eerst op papier op. Ik zorg voor een goede afwisseling in OBIT vragen. Een paar beginnende onthoudvragen gevolgd door simpele begrijpvragen. Deze vragen worden opgevolgd door een klein aantal integratie en toepasvragen. De verhouding hiertussen hangt af van het niveau. Voor natuurkunde is het gebruik van een digitale toets vaak onhandig en pas ik dit niet toe. Er moeten meestal berekeningen worden opgeschreven of figuren worden getekend. Dit is op de computer erg lastig en test meer de computervaardigheden van de leerling dan de natuurkundevaardigheden. Bij onderwerpen waar enkel begrippen worden getoetst is het gebruik van Socrative wel erg praktisch. De resultaten worden meteen nagekeken en het cijfer is onomstotelijk vastgesteld. Door de beperking om lastig formules en tekeningen in te voeren op de computer gebruik ik geen digitale toetsing in het natuurkunde onderwijs. Wel heb ik een toets gemaakt met socrative voor vakdidactiek 3. Hiernaast is het verkregen antwoordformulier weergegeven ter bewijs van de competentie dat een socrative toets gemaakt kan worden.
De docent toont aan dat hij een digitale toets kan organiseren.
Zie onderdeel hierboven
Toepassing van ICT in authentieke situatie
Een les als leerdoel hoe bereken je het vermogen van een windmolen heb ik verrijkt met ICT. Dit heb ik doormiddel van een arrangement gedaan van wikiwijs. De studenten konden in groepjes met een laptop zelf de instructie doorwerken en de sommen maken. Hierbij had ik drie bronnen gegeven waar ze de informatie uit moesten halen.
Deze wikiwijs is te vinden door hier te klikken.
Andere voorbeelden van het inzetten van ICT:
- opdrachten laten inleveren via Edmodo
- Poster maken in word/publisher
- Telefoon inzetten voor metingen / practica
Welke meerwaarde heeft ICT voor leren?
Naar mijn mening kan ICT het lesgeven voor de docent aangenamer maken en tegelijkertijd de student meer opleveren. Hierbij vind ik het belangrijk dat de laptop bewust ingezet wordt. Wanneer ik geen bewust plan voor de laptop heb wil ik hem niet in mijn les aanwezig hebben. Hier heb ik voor gekozen omdat de laptop dan gaat afleiden en geen toegevoegde waarde heeft.
Toch heeft de laptop wanneer bewust ingezet grote toegevoegde waarde! Door arrangementen wordt de instructie bij de docent weggenomen en kan hij deze tijd steken in de begeleiding van zwakke studenten. Door dit te combineren met ze in groepjes te laten werken en hun vragen pas te beantwoorden als ze er als groepje niet uitkomen gaat differentiatie vanzelf.
Ook kan door ICT sneller diepgang worden bereikt zonder dat de docent alles zelf moet uitleggen. Door bronnen te geven en gerichte stapsgewijze opdrachten kan de student zelfstandig of in een groepje de theorie doorwerken. Belangrijk is hierbij bronnen aan te rijken die volledig zijn en goed werken. Ook moet de vraagstelling of opdracht hier goed op aansluiten. Wanneer dit gebeurt komen studenten in mijn ervaring sneller tot hogere orde denkvragen zoals toepassen en integreren.
Samengevat vind ik ICT een grote meerwaarde hebben voor student en docent doordat hogere denkorde vragen sneller bereikt worden en differentiatie min of meer vanzelf gaat. Wel vind ik hierbij dat als er geen bewust plan voor ICT is het beter uit de klas gemeden kan worden omdat het dan afleid.
