Digitale Media- & Informatiegeletterdheid

De docent toont aan dat hij adequaat gebruik kan maken van zoekmachines en databases om zo digitaal (leer-) materiaal te ontsluiten.

De zoekmachine Google is mijn favoriete zoekmachine. Hierbij worden veel resultaten weergeven en vaak meteen waar ik naar op zoek was. Wel heb ik ervaring met andere zoekmachines. Op de basisschool moesten wij verplicht meestersipke.nl gebruiken. Deze zoekmachine is gericht op kinderen. Groot voordeel hiervan is dat educatieve resultaten sneller zichtbaar worden. Ook is het niveau van de resultaten lager. Er komen geen universitaire verslagen voorbij maar bijvoorbeeld klokhuis filmpjes. Dit is voor mij een goede manier om materiaal te vinden voor een les in de onderbouw. (Hiernaast weergegeven de resultaten voor een zoekopdracht naar elektriciteit. Hierbij komen meteen SchoolTV en Klokhuis filmpjes naar voren. )



De docent toont aan dat hij sites kan beoordelen op betrouwbaarheid en authenticiteit en dat hij het belang hiervan kan overbrengen op zijn leerlingen.

Officieel is Wikipedia geen digitale database omdat het door mensen kan worden opgesteld zonder dat de bron ervan gecontroleerd is. Toch zijn veel pagina’s op Wikipedia groots ondersteund door bronnen. Maar om leerlingen het belang van een goede bron in te laten zien geef ik hen vaak links naar wetenschappelijke artikelen. Wolfram alpha, science direct en google scholar vind ik geen geschikt middel voor onderbouwleerlingen. In het MBO kan dit wel worden toegepast op een specifiek onderwerp. Om op de onderbouw leerlingen te motiveren artikelen te lezen en onderwerpen te onderzoeken verwijs ik vaak naar artikelen op wetenschappelijke nieuwssites. Een voorbeeld hiervan is The Verge. Hierop worden spraakmakende artikelen gedeeld over Tech en Wetenschap. Ook de sites van tijdschriften zoals Weet en Quest geven vaak uitgebreide artikelen waarin een spraakmakend iets naar voren komt. Door gebruik van meestersipke.nl kan dit onderwerp verder worden uitgebreid. Bij deze artikelen zijn de bronnen onderaan weergegeven. Een voorbeeld van een artikel met bijgevoegde bron staat op de site van Weet! Magazine. link. De verwijzing onderaan verwijst naar de site van een universiteit. Dit is aan te nemen als een betrouwbare bron. Als anekdote om bronbetrouwbaarheid bespreekbaar te maken gebruik ik vaak het verhaal van Diederick Stapel. De psycholoog die onderzoeksgegevens aanpaste om tot gewenste resultaten te komen. Link.



De docent toont aan dat hij verantwoord kan omgaan met andermans (digitale) producten en op de hoogte is van de regels met betrekking tot plagiaat en plagiaatpreventie.

De met internet verbonden leerling kan veel kennis snel opzoeken en onderzoeken. Helaas kan diezelfde leerling ook knippen en plakken. In het MBO onderwijs heb ik dit meegemaakt. Mijn manier om plagiaat te vinden is door het verslag door te lezen. Komt de tekst overeen met de schrijfstijl van de persoon/doelgroep? Staan er veel begrippen in die niet uitgelegd worden? Dan krijg ik al snel het vermoeden dat het om plagiaat gaat. Meestal neem ik een stukje tekst en kopieer dit in google. Wanneer een verslag letterlijk is overgenomen komt dit resultaat meteen bovenaan. Dit bracht in mijn ervaring al 75% van het plagiaat aan het licht. Voor geraffineerdere vormen van plagiaat kan gebruik worden gemaakt van ingebouwde plagiaatscanners in elektronische leeromgevingen. Bijvoorbeeld bij de BlackBoard structuur waar SafeAssign de plagiaat controle en inleverafhandeling doet. Hiernaast een afbeelding van de plagiaatbron gevonden door het gebruik van Google. de rechterkant is het ingeleverde verslag. De linkerkant een verslag van www.scholieren.com. De rode tekst komt wel erg veel overeen terwijl er geen bron is vermeld in het verslag. Plagiaatscanners werken door een bestand te uploaden. de sites waarop de overeenkomende tekst staat worden dan in de zijbalk gegeven.

 


 

Om leerlingen duidelijk te maken wat zij wel en niet mogen gebruiken verwijs ik vaak naar de copyright regels. Tijdens het maken van een filmpje mag geen autheursrechtelijk materiaal worden gebruikt. Wel mag 30 seconden van een film, muzieknummer of game worden toegepast. Ook mogen plaatjes van google afbeeldingen niet zomaar voor een product worden gebruikt.  Een plaatje kan vallen onder de regelgeving autheursrecht. Om een afbeelding te vinden die wel gebruikt mag worden voor een product kunnen leerlingen in google afbeeldingen bij zoekhulpmiddelen selecteren op afbeeldingen met een licentie voor hergebruik. Willen zij het plaatje aanpassen dan moet deze ook gelicenceerd zijn voor aanpassing. Hieronder is een afbeelding weergeven van de site pixabay. Stel de leerlingen hebben een goededoelenactie op school en moeten posters in de omgeving van de school ophangen. Deze afbeelding mag op die poster staan. Voor muziek raad ik altijd het YouTube kanaal NCS aan. NCS staat voor NoCopyrightSounds. Deze muziek is vaak erg geschikt om onder filmpjes te zetten ter begeleiding. Link.

Wel moet in de beschrijving van het filmpje verwijzingen naar de muziek worden opgenomen. Hieronder is een afbeelding weergegeven waarin de voorwaarden worden getoond. Tijdens de cursus activboard werd gezegd dat plaatjes van Google afbeeldingen gebruiken in een presentatie voor een les een grijs gebied is. Omdat het om educatieve doeleinden gaat wordt er meer toegestaan. dit omdat er geen winstoogmerk is. Wel moet de bron naar de afbeeldingen worden vermeld aan het einde van de dia.


De docent toont aan dat hij op efficiënte wijze informatiebronnen kan organiseren en deze kan inzetten als productiefactor voor leren en lesgeven.

Bij het onderdeel basisvaardigheden zijn bestanden gedeeld via DropBox. Ook werk ik vaak met medestudenten samen in Word aan een verslag. Hiernaast is een afbeelding gegeven van een gedeeld document met mijn medestudent.

 

Tijdens gesprekken met collega's deel ik vaak ontdekkingen die ik op internet heb gedaan. Afgelopen stage hadden we een les over duurzame energie waarbij kernenergie aan bod kwam. Ik vond op internet dat een game studio bezig is chernobyl in Virtual Reality om te zetten zodat dit in de klas kan worden bekeken. Helaas is het nog niet beschikbaar op dit moment maar binnen een jaar hoopt de studio het af te hebben. Het lijkt mij fantastisch met leerlingen een virtuele walktrough te doen in de klas door chernobyl met een Google Cardboard of Samsung Gear VR. 

Link.

 

 



De docent toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele media.

Op het gebied van social media heb ik mijzelf erg ingedekt. Wat ik naar buiten wil hebben heb ik vindbaar gemaakt. Bijvoorbeeld mijn LinkedIn pagina. Prive accounts heb ik niet zichtbaar gemaakt voor alles en iedereen. Mijn Facebook heb ik afgeschermd zodat alleen vrienden deze kunnen bekijken. Mijn LinkedIn pagina heb ik voor iedereen opengesteld en gebruik ik alleen voor zakelijke situaties. Hiernaast is weergegeven wat anderen van mij kunnen zien. Om leerlingen bewust te maken vind ik de toepassing die op de basisschool wordt gebruikt waarbij de foto met schoenen wordt gedeeld erg leuk. Dit laat zien hoe groot een bericht op Facebook kan worden en hoe belangrijk het is de juiste boodschap uit te zenden.

 

In het contact met ouders gaat mijn voorkeur uit naar mail. Omdat dit zakelijk en direct is. Wanneer een school een nieuwssite heeft en dit platform de ouders ook goed bereikt zou ik dit gebruiken. Dit is net wat de school van mij verwacht. Wel gebruik ik voor de mails naar de ouders en leerlingen mijn schoolmail. dit om eventuele spammails buiten mijn privémail te houden. 

 

In mijn lessen zoek ik vaak een koppeling naar het onderwerp buiten natuurkunde. dit kan een griekse mythologie of recente gebeurtenis zijn. voor recente gebeurtenissen laat ik vaak een nieuwsartikel zien op het Digibord. Hiernaast heb ik een screenshot van een dia die ik heb gegeven tijdens een les over warmtecapaciteit. Er was een woningbrand in Drachten. Hierbij was de vlam in de pan geslagen en ontstond er een keukenbrand. Met de studenten heb ik toen een onderwijsleergesprek gehad over de gevaren van olie verwarmen in een keuken en hoe oude frituurpannen hiermee omgingen. Uiteindelijk gingen we uitrekenen hoeveel energie er bij de verbranding vrij was gekomen tijdens de brand uit de pan.

 



De docent toont aan inzicht te hebben in de manier waarop de digitale  wereld invloed heeft op de opvoeding van jongeren.

Pubers die opgroeien in de digitale wereld verschillen in enkele opzichten in pubers van voor de digitale wereld. Vroeger waren veel speeltuintjes en voetbalveldjes bezet met mooi weer. Dit waren sociale plaatsen waar contacten werden gelegd. Thuisblijven betekende alleen zijn. Tegenwoordig is er een reden om thuis te blijven. Contact kan via WhatsApp bijvoorbeeld. Ook is door de ontwikkeling van games tijdverdrijf voor lange tijd alleen mogelijk geworden.

 

Vooral bij meisjes heeft social media een grote impact op hun zelfbeeld. Likes en reacties op foto's van hunzelf of mensen uit hun omgeving kunnen een verstoord zelfbeeld geven. Hiernaast heb ik een video weergegeven op hoe internet omgaat met uiterlijke aspecten. Zonder begeleiding over social media kunnen deze situaties verwoestende effecten hebben. Ook kunnen pubers alles opzoeken op internet. zij zijn dus meer geïnformeerd over onderwerpen. wel blijft die informatie vaak erg beperkt omdat zij zich nergens in verdiepen maar veel globaal tot zich nemen. 

 

Op sociaal gebied ontwikkelen pubers zich veel slechter doordat zij via de telefoon of andere digitale middelen het emotionele aspect kunnen verbergen. Iemand beledigen of geheimen doorspelen gaat veel makkelijker wanneer het gevolg niet direct emotioneel ervaren wordt. de signalen dat dit een verkeerde weg is komen vaak voorbij. Link. Als docent zie ik hier een uitbreiding van de opvoedende rol in waarbij de docent leerlingen leert omgaan met social media. 



De docent toont aan dat hij voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal- emotionele en morele ontwikkeling.

Het materiaal dat ik aan leerlingen laat zien tijdens een les voldoet altijd aan de volgende kenmerken:

Het bevat geen vloek/scheld woorden.

Er komt geen discriminatie/racisme in voor.

Drank of roken wordt niet gestimuleerd.

Personen worden met respect behandeld.

Het materiaal bevestigd geen vooroordelen over mensen.

 

Vanuit mijn overtuiging vind ik het belangrijk dat leerlingen op school het goede voorbeeld krijgen te zien. Wanneer een docent filmpjes laat zien waarin wordt gevloekt draagt dit uit dat de docent het normaal vind dat er gevloekt wordt. Dit vind ik een slecht beeld voor pubers die druk bezig zijn met uitvinden wat normaal is. Een voorbeeld van een filmpje dat ik vaak gebruik tijdens het onderwerp warmte is het hiernaast staande filmpje. Hierbij wordt uitgelegd hoe door infrarood een pincode achterhaald kan worden. Hierbij leg ik uit dat natuurkunde vaak een morele keus vereist. Wordt een vliegtuig gebruikt voor ziekentransport of voor bombarderen, de keus is aan de mens. Hiermee hoop ik leerlingen een moreel besef te geven over het omgaan met technieken en kennis en aan te sluiten bij hun morele ontwikkeling.



De docent toont aan dat hij leerlingen bewust kan maken van de meerwaarde en risico’s van internetgebruik.

De meerwaarde van internet is hetgene waarom we er niet meer zonder kunnen. Het delen van een leuke vakantiefoto, een berichtje sturen om af te spreken op het station of snel even een recept opzoeken op internet. Maar internet bied ook de nodige risico's met zich mee. Het binnenhalen van malware of virussen is een vervelende eigenschap van het internet. Ook phisingmails kunnen veel ellende toebrengen met identiteitsfraude. En natuurlijk het digitaal pesten. Tijdens de cursus Passend Onderwijs hebben wij een interactief filmpje gebruikt om digitaal pesten bespreekbaar te maken met leerlingen. Door op de afbeelding it's up to you te klikken wordt naar de pagina verwezen. Hierbij maken leerlingen keuzes in een situatie en ervaren zij de gevolgen ervan. Een interactieve en leerzame manier om leerlingen het belang van goed omgaan met internet te laten realiseren. 



De docent toont aan dat hij zich bewust is van online pestgedrag en bekend is met de geldende protocollen.

Er zijn vele aanpakken om pesten bespreekbaar te maken. een voorbeeld ervan is het televisieprogramma over de streep van de EO. om digitaal pesten bespreekbaar te maken zijn er ook veel programma's opgesteld. Mijn voorkeur gaat uit naar de meldknop. Hierbij kunnen leerlingen anoniem indienen dat zij gepest worden op social media. (Anoniem invulformulier of mailadres.) Klassikaal wordt dit dan aangepakt. Ook de site meldknop.nl biedt de mogelijkheid voor pubers om ongewenst digitaal gedrag te melden. Als docent vind ik het belangrijk ook klassikaal hier veel aandacht aan te besteden. Een goede manier hiervoor vind ik een kringgesprek waarbij whatsapp ervaringen worden uitgewisseld. In de kring worden dan vragen gesteld als: Wat is het leukste dat je op WhatsApp hebt meegemaakt? Wat is het minst leuke? enz.

Scholen zijn verplicht een pestprotocol te hebben. Ik zal mij als docent schikken naar het geldende pestprotocol op de school waar ik terecht kom.

 



De docent toont aan dat hij zijn leerlingen bewust om kan laten gaan met de mogelijkheden van internet en sociale media ten behoeve van het  eigen leren.

Samenwerkend leren is een groot voordeel van communicatie over internet. Myschoolsnetwork kan worden gebruikt om in contact te komen met leerlingen uit andere landen en zo taalvaardigheden te verbeteren. Hier heb ik zelf nog geen ervaring mee. Wel heb ik een artikel gelezen over GLOBE. Hierbij kunnen leerlingen wetenschappelijk onderzoek doen en resultaten toevoegen aan een internationale database. Door dit te doen draagt hun onderzoek/practicumresultaat bij aan internationaal onderzoek. Een docent moet zich hiervoor aanmelden en verifieren. Wanneer dit proces is doorlopen kunnen practicumvoorschriften worden gedownload. Wanneer het practicum wordt uitgevoerd zoals is weergegeven in het voorschrift kunnen de resultaten op de site worden bijgedragen. Dit zorgt voor een grotere motivatie tijdens practica omdat het resultaat nuttig is.

Link.

 

Zelf heb ik hier ervaring mee bij het platform iSpex waarbij fijnstof in de lucht wordt gemeten en personen thuis data kunnen verzamelen en zo bijdragen aan onderzoek. Link.